I. “Zwaar weer / economische tsunami”: de financiĂ«le elite decimeert niet alleen haar eigen vermogen, maar ze laat de gehele wereld voelen hoezeer zelfs de slechtst betaalde figuranten in het economische leven volkomen afhankelijk zijn van haar financiĂ«le kunsten â en wat blijkt? Nooit in zijn lange geschiedenis had het kapitalisme meer fanatieke aanhangers dan uitgerekend nu; geen “vertrouwensverlies” te bespeuren; ook de vakbonden hebben de ernst van de situatie begrepen: âhet zijn economisch onzekere tijdenâ (FNV-advertentie). En wat volgt daaruit, behalve lage looneisen en: â FNV Bondgenoten. Juist nu. â ? Loyaliteitsverklaringen aan het kabinet: de meest ingrijpende en rĂŒcksichtsloze reddingsmaatregelen van overheidswege wenst men van harte veel succes. De verontruste en verontwaardigde bevolking richt haar verwijten uitsluitend aan het adres van de speculanten. Die zouden op grond van hebzucht, begunstigd door een gebrek aan toezicht, hun plicht tot kredietverstrekking hebben verzaakt â deze op zichzelf verdienstelijke âdienstverleningâ voor de productieve economie; een compliment verpakt als klacht. Zelfs critici die zich links of socialist noemen, stellen hun (milde) kritiek op het systeem â âvoorlopigâ â uit en doen met groot verantwoordelijkheidsbesef constructief bedoelde voorstellen voor de redding en het herstel van het kapitalisme â natuurlijk door verwijdering van de voorvoegingen âturboâof âroofdierâ:
Een schadelijk âmisverstandâ.
Het heersende markteconomische systeem bestaat immers niet uit twee helften: enerzijds een goede helft waarin rechtschapen werkgevers hun vlijtige werknemers van een redelijk inkomen voorzien en betrouwbare spaarbanken de economische vooruitgang financieren; en anderzijds een slechte helft waarin âneoliberaleâ overdrijvingen en uitwassen het idyllische leven in de markteconomie eerst tot een hel maken en vervolgens ook nog vernielen door crisisachtige ontsporingen in de financiĂ«le sector.
Ten eerste heeft de vermeende goede helft generlei positieve kanten: het normale bestaan in de â sociale, liberale of neoliberale â markteconomie is onderworpen aan de noodzakelijkheden van het geld verdienen, het beĂŻnhoudt dus niets anders dan het werken voor kapitalistische zaken; en de heerschappij van het geld wordt niet attractiever door het feit dat ze nu door het âfalenâ van haar eigen schepsel â de bank- en beurssector â in moeilijkheden raakt.
Ten tweede functioneert het armzalige dagelijkse leven in het kapitalisme â met of zonder âglobaliseringâ â sowieso nooit zonder de kredietsector en de diverse varianten van aandelenhandel, derivaten en hedgefonds die de laatste maanden disfunctioneren: waar het geld heerst, heeft nu eenmaal het krediet de macht. Daarom is het
ten derde uiterst onverstandig dat diegenen die toch niets te zeggen hebben hun hoop vestigen op de redding van dit superieure systeem â uitgerekend omdat het door de financiers en andere profiteurs momenteel wordt ontwricht.
De financiĂ«le crisis maakt een paar dingen duidelijk over dit systeem dat net door krachtdadig overheidsoptreden wordt gestabiliseerd; men zou kunnen beseffen, ook zonder parlementaire enquĂȘte, hoeveel geweld en absurditeit daaraan inherent zijn: aan de markteconomie, de crisis en de staatssteun.
II. De financiĂ«le sector is momenteel aan het crashen, deze of gene âbancaâ is ârottaâ, gigantische hoeveelheden kredietpapieren gaan in rook op, dus de overheid moet reddend optreden. In de ogen van politici en opinievormers van links tot rechts heeft het âneoliberale dogmaâ zichzelf ontmaskerd: de markt is niet in staat om zichzelf te reguleren; alleen het vastberaden optreden van de politieke macht kan de ramp nog voorkomen; de overheid moet eindelijk ingrijpen â zo luidt het diepe inzicht. Hoe wijdverbreid deze opvatting ook is, ze is ronduit verkeerd omdat de overheid altijd al âbetrokkenâ is bij de activiteiten van de financiĂ«le sector. De symbiose tussen bankinstellingen en overheid vestigt ĂŒberhaupt eerst de macht van het geld over de samenleving en daarmee de macht van de banken om het gehele economische leven tot middel van hun winst en groei te maken. De overheid redt, als ze het financiĂ«le systeem redt, haar eigen creatie en regime. Bondgenoten zijn er voldoende.
Misschien kan de radicale SP daarbij helpen met haar 30 voorstellen voor hervorming financieel stelsel, bijvoorbeeld: âHet toezicht op banken moet voortaan onder verantwoordelijkheid vallen van het land waar de handel plaatsvindt, niet in het land waar het hoofdkantoor van een bank staat (âŠ) om de doorgeslagen aandeelhoudersmacht terug te draaien en de perverse bonussencultuur af te schaffen.â Amen. Heel veel nationale toezicht over internationale speculanten en sprinkhanen, perverse roofridders en doorgeslagen geldwolven die onze brave banken en mooie markteconomie economisch onzekere tijden bezorgen.
Of de nog radicalere NCPN: âEen belangrijke eis voor het bestrijden van de crisis is stoppen met het neoliberale beleid. Er moet worden geĂ«ist (âŠ) betere arbeidsvoorwaarden, betere koopkracht (âŠ) het socialiseren van de energiesector, het openbaar vervoer, zorginstellingen, enz. Het geld dat Wouter Bos âtevoorschijn kan toverenâ moet ingezet worden voor het ontwikkelen van maatschappelijk nuttige en noodzakelijke werkgelegenheidsprorammaâs met goede arbeidsomstandigheden en lonen…â Twee keer amen. Het kapitalisme, aangedreven door zonne- en windenergie, zou bijna paradijselijk kunnen zijn, als het geen kapitalisme zou zijnâŠ