Archive for maart, 2010

Opmerkingen over het Griekse staatsbankroet

vrijdag, maart 19th, 2010

1. Het bankroet van Griekenland is, wat het land zelf betreft, de “straf” voor het feit dat het tot de EU inclusief Monetaire Unie is toegetreden en aan de daarmee verbonden eisen aan zijn nationale economie heeft voldaan.

2. Het bankroet van Griekenland is, wat zijn actuele reden en zijn imperialistische betekenis betreft, de eerste “straf” die de financiële branche uitdeelt aan de EU-staten voor de enorme kosten ter redding van de financiële sector en een eerste duidelijke aanwijzing dat de Monetaire Unie en haar geld gekenmerkt wordt door een onoplosbare tegenstrijdigheid.

3. Om het voortbestaan en het verdere functioneren van het euro-systeem te waarborgen, spreken de leidende mogendheden van de Unie de politieke en economische inhoud van de Griekse financiële crisis gedecideerd tegen: “de markten” moeten overtuigd worden dat het faillissement van Griekenland een geïsoleerde gebeurtenis is en door een betere begrotingspolitiek valt op te lossen. De Grieken staan voor de onmogelijke taak hun staat door de verarming van het volk weer kredietwaardig te maken.

*

De realisering van het complexe programma waarmee Griekenland elke anti-euro-speculatie dient af te weren, is net zo simpel als wreed: alles waarvan de mensen in dit land tot nu toe hebben geleefd, is op te offeren om de staatsschulden de schijn van onbetwiste houdbaarheid te geven en zo de gemeenschappelijke munt voor elke schade te behoeden.

Er zijn her en der sommige twijfels gerezen of de Griekse regering erin slaagt deze moeilijke opdracht te vervullen. Natuurlijk niet wat haar wil betreft: dat ze de EU-eisen uit eigenbelang moet nakomen, heeft de regering in Athene zonder meer ingezien. Maar men maakt zich zorgen over het volk. Dat heeft bij zijn rondkomen in de traditionele ellende niet simpelweg alle offers aanvaard, die zijn regering ook al voor haar bankroet en zonder uitdrukkelijk EU-bevel heeft opgelegd. Er bestaan naar verluidt sterke vakbonden die een algemene staking kunnen organiseren, waardoor het land gedurende enkele dagen plat ligt; er lijken zelfs, onvoorstelbaar!, communisten rond te waren. En vooral: veel volk protesteert onder linkse leiding tegen speculanten en EU-politici die het land chanteren.

Het is echter zo:

Ten eerste heeft dit land zich zelf “chanteerbaar” gemaakt. De staat heeft zich bediend van de speculatie op zijn euro-schulden ter financiering van zijn begroting; hij heeft gebouwd op de macht van de EU als middel voor nieuwe economische en politieke potenties. Met zijn nationalisme heeft Griekenland Europa als kans gegrepen voor nationale opbloei en zich zodoende afhankelijk gemaakt van degenen die het nu zo slecht behandelen.

Ten tweede is deze staat allerminst onderhevig aan “chantage”, daar zijn vertegenwoordigers juist daarin hun nieuwe nationale kans zien: in de dictaten van de EU die het Griekse krediet moeten redden; en in de financiële markten waarvan de hoofdrolspelers net demonstreren uit welk hout ze gesneden zijn: ze riskeren met hun speculaties eerder de ruïnering van hun eigen zakelijke basis dan af te zien van een zaak – omdat ze (terecht) ervan uitgaan dat de regeringen, waarmee ze hun speculatieve zaken doen, eerder de bestaansmiddelen van hun volk decimeren dan dat ze een bedreiging van de zakelijke basis van het financiële kapitaal toestaan.

Ten derde laat een moderne democratische staatsmacht zich weliswaar door alle belangen “chanteren” waaraan ze de status van een objectieve dwang toekent, die ze dus zelf in werking stelt – maar door haar volk laat ze zich zeker niet “chanteren”. Alleen daarom al niet omdat het volk heel iets anders beoogt dan zijn overheid het mes op de keel te zetten – laat staan met zo’n onverbiddelijkheid als de ware profiteurs van het ware staatsnationalisme. Dat geldt ook voor de protesterende Grieken. De economische basis van de eigen regering af te schaffen, zijn ze niet van plan, integendeel: ze protesteren voor hun natie die zich zo extreem afhankelijk heeft gemaakt van de EU en de euro-speculatie. Tussen de noodtoestand waarin het land zich bevindt en de diepe nood die de regerenden hun volk in het vooruitzicht stellen, plaatsen ze een groot gelijkheidsteken. Als Grieken moeten allen – AOW-ers, dagloners of regeringslieden – eensgezind optreden tegen de buitenlandse chanteurs. Een dergelijk volksprotest is niets anders dan een patriottisch statement. In het belang van het grote geheel accepteert men bereidwillig elk offer. De verantwoordelijken moeten hun volk alleen nog overtuigen van de noodzaak van verarming.

*

Het Nederlandse volk moet kennelijk nauwelijks overtuigd worden. De professionele meningvormers van het land hoeven alleen maar hun hetze tegen “mediterrane luiheid” rond te strooien – en het publiek kiest onmiddellijk partij. In feite voor de zaken van zijn chefs, economische leiders, speculanten, politici, EU-machthebbers. In zijn voorstelling tegen “de verwende Grieken” die niets beters verdienen dan radicale verarming. Met zo’n mengsel van hardvochtigheid en ignorantie kan een braaf volk blijkbaar beter uithouden hoe zijn chefs met hem omspringen, opdat het niet zo ver komt als in Griekenland.   

Een uitvoerige uitleg over het Griekse staatsbankroet in: Gegenstandpunkt 1-2010