De bevoegde regering aan de ene, globaliseringscritici aan de andere zijde maken zich op voor het grote gebeuren begin juni in de badplaats Heiligendamm. Duitsland is gastheer voor de andere grote 7 wereldmachten en een seizoen lang hun woordvoerder die de agenda van de bijeenkomst bepaalt en na afloop haar communiqué mag voorlezen. Voldoende reden voor organisatoren en tegenstanders om de twee dagen in het luxehotel als de belangrijkste wereldpolitieke termijn van het jaar te beschouwen en alles te ondernemen om het evenement tot een succes voor de gastheer te maken, resp. om een dergelijk succes demonstratief te verhinderen. Zal bondskanselier Merkel “goed voor de dag komen”, zullen de acht “hun grote verantwoording beseffen”? Empatisch leeft de publieke opinie zich in de wereldleiders in en neemt het zelfportret van de politiek over: er moet iets belangrijks aan de hand zijn als de chefs van de grote mogendheden elkaar bezoeken, voor elkaar hun macht representeren en elkaar bevestigen dat zij de wereldmachten zijn van wie alles afhangt. De macht van de groten over andere staten geldt in deze kring gewoonweg als hoogstaande verantwoordelijkheid voor de wereld en haar verbetering. De problemen – van de wereldeconomie, van de armoede, van de oorlogen, van de milieuvervuiling – willen zij zonder eigen toedoen hebben aangetroffen; wat hun ontstaan betreft zijn zij helaas onmachtig, maar tot oplossing zijn zij en alleen zij geroepen, deze verantwoordelijkheid moeten zij op zich nemen. Om de problemen van de wereld op te lossen, kan hun macht over de wereld niet groot genoeg zijn. Zoveel zelfverheerlijking van de rijkste en machtigste staten levert de top in ieder geval op – en bovendien, naast het beeld van een wereldorde die aan verbetering toe en voor verbetering vatbaar is, de boodschap dat haar drijvende krachten ten behoeve van de probleemoplossingen moeten coöpereren.
Dat het om de aanpak van problemen zou moeten gaan: dat vinden ook de critici van de “globalisering” – zij prefereren echter andere oplossingen dan de “neoliberale concepten” die zij voor “een wereld van oorlog, van honger, van sociale verdeeldheid, van milieuvervuiling, van muren tegen migranten en vluchtelingen” verantwoordelijk achten. Zij betwisten en beschadigen naar beste vermogen het zelfportret dat de grootmachten als weldadige hegemonen toont – en bevinden zich met hun protest op hetzelfde ideologische vlak: in plaats van de problemen van de wereld aan te pakken, doet de politiek niets of het verkeerde; in plaats van het winstbejag van de multinationals te beteugelen, maken zich de nationaalstaten tot hun knechten; in plaats van de verliezers van de concurrentie een aandeel in de opbrengst van de globale markteconomie te gunnen, sluiten zij hen buiten. De protestbeweging bekritiseert de “dominantie van de G8″ als meedogenloos egoïsme, absoluut onverantwoord tegenover de rest van de mensheid, zonder legitimatie vanwege hun incompetentie tot totstandbrenging van een betere wereld. En de G8-top beschouwen zij als de plaats waar de verbonden rijken onderling afspreken hoe zij de arme landen voortaan nog beter kunnen plunderen. – De vraag of de acht hun “verantwoordelijkheid” nakomen, het eens worden over het management van de urgente problemen of “slechts” op hun eigen voordeel uit zijn, “eindelijk” handelen in plaats van palaveren, mist de kern van de zaak, die de leiders op hun top met pracht en praal en veiligheidsmaatregelen representeren, echter in tweeërlei opzicht:
1. De leidende industrienaties ontmoeten elkaar als beschermheren van een wereldmarkt die alles andere is dan een instelling voor de verzorging met nuttige goederen en hun verdeling onder de volkeren. Een afspraak over de internationale arbeidsverdeling is hij al helemaal niet; en de wereldorde waarop de chefs van de geciviliseerde wereld toezicht houden, is allesbehalve een overeenkomst ter gemeenschappelijke bijlegging van gewapende conflicten. De strijd om de toe-eigening van nationale rijkdom uit de globale concurrentie maakt de kern uit van hun internationale betrekkingen. Wat anders dan de macht die zij zo verkrijgen zou hen legitimeren over het levensonderhoud van 6 miljard mensen te beslissen? De G8 organiseren dus geen misbruik van hun macht: ellende en geweld zijn het stelselmatige en noodzakelijke product van hun “vitale belangen” waarvoor zij wereldwijd respect opeisen. Zij “falen” niet bij de oplossing van problemen, zij creëren deze. Zij hameren erop dat dezelfde macht waarmee zij de mensheid problemen bezorgen, de sleutel tot hun oplossing is. Vandaar dat zij op hun samenkomsten ook niet over de problemen beraadslagen die de geregeerden met hen hebben, maar over het soort problemen dat zijzelf met de collaterale schades van hun wereldorde hebben. Zo behandelen zij onder het agendapunt “aids en armoedebestrijding” het voor hen lastige aantal staten dat aan de geëtableerde concurrentievoorwaarden van de wereldmarkt te gronde gaat. “Failing states” veroorzaken chaos in hele regio’s; dat bemoeilijkt het marginale zaken doen dat daar nog mogelijk was; en vluchtelingengolven die bijgevolg hun kusten bereiken, zien de metropolen van het kapitalisme niet zo graag…
2. Daarover zijn de opzichters en profiteurs van de actuele wereldorde tamelijk eensgezind: elke G8-top documenteert hun wil de scheiding tussen vele arme en weinige rijke landen te consolideren en verstoringen van deze hiërarchie tegen te gaan. Daarom getuigt elke top er echter ook van hoe het gesteld is met de gecelebreerde saamhorigheid van de groten. De kapitalistische rijkdom om die zij wedijveren, dient de macht van hun respectievelijke natie te vergroten: dat heeft ook tussen hen een hiërarchie tot stand gebracht. Zij concurreren met elkaar om de vraag wie de wereld als bron van rijkdom exploiteert, allianties smeedt en achtertuinen overheerst, oorlogen voert, vrede sticht – kortom: wie de rol als leidende mogendheid van de mogendheden toekomt. Dat laat de G8-top met de geboden diplomatieke huichelarij zien. Wat sinds oudsher als strijd om “thema’s en woordvoerderschap” geënsceneerd werd, zorgt dit keer ervoor dat de stand van hun betrekkingen het beste gekenmerkt wordt door onderwerpen die wellicht niet op de officiële agenda zullen staan: namelijk alle affaires waarbij de leden van de “Group of 8″ als militaire wereldordebewaarders steeds onverbiddelijker onderling in conflict geraken. Het jaarlijkse ritueel vindt immers in een situatie plaats waarin de gemeenschappelijke controle van de wereld door de zeven staten die “het vrije westen” vormen min of meer verbroken is. Op zijn laatst sinds de Irak-oorlog is hun strategische eendracht verleden tijd. Iedereen is onverholen bezig de eigen macht ten koste van de anderen uit te bouwen. De VS eisen onvoorwaardelijke volgzame ondersteuning voor haar oorlogen en accepteert de oude bondgenoten alleen nog als steeds oproepbare “coalitie van de willigen”. Duitsland, Frankrijk en andere staten weigeren deze rol en zelfs in de Afghanistan-oorlog, die zij samen met de leidende mogendheid Amerika voeren, verlenen zij slechts onder voorbehoud militaire bijstand. De G8-partner Rusland beschouwt de nieuwe VS-rakettenafweersystemen als direct tegen zijn eigen status gerichte bewapening en wordt door zijn partners ervan beschuldigd de Koude Oorlog te doen herleven. De kernstaten van het oude Europa zien dat project als doelgerichte splitsing van de EU, Amerika’s poging om de groei van de Unie tot een ook militair bekwame protagonist te dwarsbomen. Per saldo logenstraft de G8-top volstrekt de schijn van coöperatie – en hij vindt alleen nog plaats omdat door een afzegging in feite een nieuwe concurrentiesitituatie zou ontstaan. Dat echter wil tegenwoordig niemand. Zolang geen van de partners de opzegging van hun diverse bondgenootschappen, die zij daadkrachtig ontwrichten, opportuun acht, koesteren zij onverdroten hun partnerschap en strijden onderling om leiderschap. Een of ander thema laat zich daarvoor zeker vinden: wie neemt het initiatief betreffende het klimaat, wie domesticeert Iran, wie wijst Putin terecht…
Dat alles is de organisatoren een 13 miljoen-hek rondom Heiligendamm waard. Bij de beraadslaging over hun openlijk uitgedragen en onuitgesproken geweldkwesties en concurrentieaffaires willen zij met rust gelaten worden; daarom zijn ze niet gediend van kritiek van onbevoegde zijde. Wie tegen de toestand van de wereld en de toonaangevende mogendheden protest noodzakelijk acht, zou moeten weten waarmee en met wie hij het te maken heeft.