Het organiseren van een anti-Russisch front

De oorlog in Oost-Europa wordt niet alleen om de oprichting en het behoud van een autonome, van al het Russische gezuiverde Oekraïense natie resp. om de handhaving van een Russisch recht op een niet-bedreigend coöperatief “naburig buitenland” gevoerd, maar tevens om het voortbestaan van de vooralsnog door de VS gedomineerde wereldorde resp. om de vervanging ervan door een andere, volgens zijn voorstanders, multipolaire.
De wereldpolitieke betekenis van de lokaal begrensde oorlog wordt door alle betrokken partijen onderkend: Zelensky staat sowieso op het standpunt dat zijn Oekraïners voor de vrijheid van alle staten in de wereld vechten. Op zijn manier en met meer gewicht geeft het verenigde Westen hem gelijk als het erop hamert dat Poetin deze oorlog onder geen beding mag winnen, dat “agressie niet mag lonen”. Anders zou het afgelopen zijn met de mondiale veiligheid omdat Poetin, ten eerste, steeds verder zou gaan, straks in het Balticum en ooit aan de Rijn zou staan, en omdat, ten tweede, een Russisch succes een “uitnodiging voor autocraten” zou zijn om het Rusland na te doen. Met hun nieuwe domino-theorie – als één staat met een door het Westen ongewenste en afgekeurde oorlog succes heeft, doen ook andere een poging – insisteren de VS en hun partners erop dat hun wereldorde geen uitzondering op het naleven van het geweldverbod verdraagt dat ze alle andere staten verordenen en waarvan ze de enige hoeders zijn. Ze openbaren zo dat de vredesorde die ze verdedigen op de absoluutheid van de afschrikking berust, waar ze andere statelijke machthebbers mee bedreigen, dus hun inzet van militaire middelen bij voorbaat kansloos maken. Door de oorlog en een westerse overwinning moet dit geweldsmonopolie over de wereld – door Ruslands macht en wil tot autonome inzet van zijn leger in de praktijk bestreden en daarmee daadwerkelijk in twijfel getrokken – hersteld en opnieuw veroverd worden.
Met verklaringen die in het Westen als onzinnige, elke basis onberende imperialistische fantasieën worden beoordeeld, geeft de Russische president op zijn beurt de oorlog de tegenovergestelde betekenis: hij beschouwt de militaire zelfhandhaving van zijn eisen tegen de NAVO-gesteunde Oekraïne niet alleen als terugwijzing van het vijandige territoriale oprukken van de NAVO, maar als opmaat tot bevrijding van “de meeste landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika”, als een begin van het einde van de westerse hegemonie over de statenwereld en een eerste stap tot oprichting van een – pas door de demontage van de Amerikaanse militaire chantagepotentie mogelijke – multipolaire wereld van werkelijk vrije staten.
De lokaal gevoerde oorlog om mondiale suprematie en subordinatie gaat alle staten aan; niet zozeer omdat ze van de gevolgen van de oorlog, de vluchtelingen, het stijgen van de energie- en graanprijzen en de teruggang van de wereldconjunctuur getroffen zijn, dat ook; maar vooral omdat door de VS en de EU nadrukkelijk van hen geëist wordt in deze strijd de westerse kant te kiezen en mee te werken aan de politieke isolering alsook aan het op vernietiging van de economische en militaire potenties van Rusland gemunte sanctiebeleid. Ze worden geacht deel te nemen aan het front dat het Westen poogt te vormen om Rusland als outlaw van de statengemeenschap buiten te sluiten. Daarbij is de praktische bijdrage aan de economische oorlog die het Westen van alle staten eist slechts de ene kant. Elke met aanbiedingen en chantages bereikte diplomatieke veroordeling van een Russische schending van het VN-Handvest is een stuk herstel van de Amerikaanse wereldorde, omdat zo’n bereidwillige staat daarmee deze oorlog ook als tegen de eigen internationale rechtspositie gericht beschouwt, dus instemt met de principes van de VS-orde en daarmee met de suprematie van de VS als basis van zijn bestaan als staat.
De strijd om de integratie van de statenwereld in het anti-Russische front bepaalt tegenwoordig de internationale politiek. Want zelfverzekerde staten zijn geenszins bereid om zich te onderschikken. Ze zien zich door het actuele strijdtoneel uitgedaagd tot eigen inschattingen, nemen ook eigen initiatieven omtrent oorlog en vrede in Oost-Europa, en sommige ontdekken in de oorlog zelfs een goede gelegenheid om hun land vooruit te helpen in de permanente concurrentiestrijd van de naties om invloed en macht.
Enkele voorbeelden in: GEGENSTANDPUNKT 3-2023

Comments are closed.