De inflatie hoort bij de markteconomie. Dat weet iedereen. Ook wat dit betekent voor al degenen die loon moeten verdienen en daarmee in hun levensonderhoud voorzien door de geëiste consumentenprijzen te betalen, en wier koopkracht door het fenomeen van de algemene prijsstijging continu afneemt: deze mensen worden steeds armer – een alom aanvaard automatisme, als het ware bij de prijs inbegrepen.
Daarnaast – dat weet misschien niet iedereen en moet het ook niet weten, de markteconomische deskundigenverstand echter wel, en op die komt het immers aan – heeft de inflatie een heel andere, veel grotere betekenis. Zij is een indicator.
Want
– als de inflatiedynamiek, naar verluidt, momenteel weer toeneemt, dus de vraag opkomt of deze ontwikkeling een tijdelijk fenomeen blijkt, waartegen spreekt dat vooral de grondstofprijzen sterk stijgen en internationale leveringsketens met onderbrekingen kampen, dus of de inflatie juist daarom langdurig buiten controle raakt, alhoewel die vrees, globaal bekeken, gezien de enorme productiecapaciteiten van de gehele wereldeconomie wellicht ongegrond is,
– als bijgevolg onduidelijk is hoe de financiële toezichthouders reageren wanneer hun beoogde inflatiepeil overtroffen wordt – blijft het bij de ruimhartige geldpolitiek en de aandelenopkoopprogramma’s of stijgen de rentes en verslechteren zo de financieringsmogelijkheden van ondernemingen, wat de sfeer op de beurs natuurlijk zou verzieken, om nog maar te zwijgen van mogelijke bedrijfsfaillissementen –,
– als reeds nu markttrends zich aftekenen volgens welke marktdeelnemers in profylactische reactie op dreigende inflatie-uitwassen, of ook slechts op hun hoogstpersoonlijke inflatieangsten of de eventuele van hun collega’s, opteren voor solide reële vermogenswaarden als vastgoed, infrastructuur, kunst, landbouw en veehouderij,
– als al met al ongewis blijft welke samenhang precies bestaat tussen vaccinatiegraad, de hoogte van het bruto nationaal product en de inflatiegevaar…,
dan is dat alles zonder twijfel te bedenken, te wikken en wegen en in de calculaties van degenen in te voeren die hun geld niet gebruiken om te winkelen, maar om te investeren en derhalve voortdurend op zoek zijn naar houvasten die ze motiveren tot kopen, houden of verkopen van al de mooie op de beurzen van deze wereld verhandelde waardepapieren, dus in de calculaties van degenen die door de praktijk van hun speculaties de reëel bestaande fictieve kapitalistische rijkdom creëren en vernietigen, waarvan, zoals bekend, erg veel, als niet alles afhangt. Dat de werkelijk relevante, dus eigenlijke betekenis van de inflatie met hun inflatiezorgen samenvalt, is daarom in orde, evenals de publicistische behoefte van bepaalde kringen om via de economiepagina’s van de serieuze pers en televisie ook een breder publiek bij deze zorgen te betrekken.
En evenzo is het in deze context in orde, dat hen die gewoonweg bij de kassa steeds meer moeten betalen, tot slot ook nog als opgetelde consumptie de achtenswaardige rol van indicator ten deel valt.
Gegenstandpunkt 3-2021